Grotere herkenbaarheid staat centraal

Merkcampagne DeLaMar Theater

“We houden van theater.” Dit thema siert de nieuwe identiteit van DeLaMar Theater, die afgelopen Uitmarkt met een grootschalige campagne werd gelanceerd. De identiteit, vergezeld door een knallende rode huisstijl, moet leiden tot een grotere herkenbaarheid bij bestaand en nieuw publiek.

Door de redactie

Fotografie

Igor Roelofsen (Twycer)

Op 28 november 2018 bestond DeLaMar Theater acht jaar. Het theater, dat in 2010 open ging na een ingrijpende verbouwing van het oude Nieuwe de la Mar Theater, is het kunsthuis van de VandenEnde Foundation en telt in totaal 1550 stoelen. De grote zaal (950 stoelen) is de ‘show’ zaal voor musical, cabaret en concerten, de kleine zaal (600 stoelen) is voornamelijk gereserveerd voor toneel, kleiner muziektheater en jeugdtheater.

DeLaMar Theater wil haar publiek kwalitatief hoogstaande producties bieden die tegelijkertijd toegankelijk zijn voor een breed publiek. Al vrij snel na de opening in 2010 blijkt dat het theater dit aanbod niet genoeg bij de vrije producenten kan vinden en start DeLaMar Theater met het produceren van haar eigen DeLaMar producties. De werkwijze is succesvol, maar draagt ook veel risico met zich mee, omdat het theater in deze tweeledige rol (theater en producent) het volledige risico van de producties draagt. Om die reden komt er eind vorig jaar een einde aan de eigen producties. Vanaf dat moment besluit het theater intensiever samen te gaan werken met externe producenten, bijvoorbeeld in een constructie met Stichting Theateralliantie, waarbij een aantal grote theaters gezamenlijk investeert in aanbod dat ze in hun grote zalen zouden willen zien. Zo is musicalklassieker Fiddler on the Roof een voorbeeld van deze samenwerking.

Behoefte aan een dominanter merk

Het besluit om te stoppen met zelf produceren, is voor het team van DeLaMar Theater de voornaamste aanleiding om na te denken over een nieuwe identiteit. “Vanaf de opening hebben we een merkcampagne gelanceerd met veel pr en een nieuwe huisstijl, maar al vrij snel gingen we zelf produceren. Dit betekende dat we voornamelijk op voorstellingstitel gingen communiceren: de grote campagnes die we deden, gingen hoofdzakelijk over die producties. Alles wat mensen zagen, was die ene productie, wat voor die periode heel goed werkte,” vertelt Braam.