Wat kunnen kleine theaters doen om deelname te vergroten?

Geen seizoensprogrammering, wél een divers publiek

In de culturele sector klinkt een roep om meer diversiteit; in het publiek, in de medewerkers en in de programmering. Maar hoe bereik je dat precies? De communicatiemanager en de programmeur van respectievelijk De Vaillant en Laaktheater, vertellen erover.

Door redactie

Fotografie

William Fortunato (Pexels)

Als twee kleine, wijkgebonden theaters in Den Haag zijn Laaktheater en theater De Vaillant door de gemeente aangesteld als zogenaamde ‘cultuurankers’. Dat betekent dat ze de opdracht hebben gekregen om de cultuurparticipatie in hun werkgebied, respectievelijk stadsdeel Laak en stadsdeel Centrum met daarin de Schilderswijk (en het centrum en Transvaal), te vergroten.

Om de diverse doelgroep die hier woont te bereiken, houden de theaters niet per se vast aan het samenstellen van een seizoensprogrammering. Ze geloven dat de programmering aangepast moet worden aan de doelgroep. Voor programmeur Carolien Ruigrok (Laaktheater) en communicatiemedewerker Joëlla Matena (theater De Vaillant) vraagt dit om een andere aanpak dan bij traditionele theaters.

Een netwerk opbouwen

Carolien Ruigrok van Laaktheater laat het graag aan de bewoners zelf over om aan te geven wat zij, als onderdeel van een bepaalde sociale of culturele bevolkingsgroep in de wijk, willen zien of beleven in het theater. Het theater werkt dan ook met vrijwilligers die opereren als gastprogrammeur of gezamenlijk onderdeel zijn van een programmeringsnetwerk. Om een diverse doelgroep te bereiken moet je weten wat de doelgroep zelf wil, aldus Ruigrok. Niet alleen kennen deze vrijwilligers de cultureel diverse acts die aansluiten bij hun eigen referentiekader, ook zorgt hun betrokkenheid ervoor dat buurtbewoners op de hoogte zijn van de voorstelling en zich sneller in Laaktheater thuis voelen. Ruigrok noemt dit vraaggericht programmeren.