"Publiekswerking kan zorgen voor veel publiciteit."

Interview Judith Faas

#Loopbaan
28 aug 2018

Judith Faas is publiekswerker, dramaturg en regisseur bij theatergezelschap BonteHond. Ze is verantwoordelijk voor de maatschappelijke locatievoorstellingen. Door onder andere projecten op verrassende locaties verbindt zij kunst met een nieuw publiek. 

Door de redactie

Fotografie

Kamerich & Budwilowitz / EYES2.

BonteHond is een theatergezelschap voor jong publiek gevestigd in Almere. In 2014 werd het besluit genomen om met publiekswerking te starten, omdat BonteHond verschillende groepen wil bereiken. Door middel van publiekswerking proberen ze publiek en kunst te verbinden. Aan Judith Faas de taak om dit te realiseren. Hierin koos Faas om echt vanuit de inhoud te werken en mensen te betrekken bij voorstellingen.

BonteHond merkte dat er in Almere veel publiek is dat niet per se zit te wachten op theater. Deze groep denkt dat theater niet voor hen is of dat het te ingewikkeld is. De uitdaging voor Faas is om te kijken naar de verschillende inwoners van Almere en te onderzoeken wat hen aanspreekt. Om de drempel zo laag mogelijk te maken, brengt BonteHond het theater naar de mensen toe. Op die manier leert het gezelschap ook de uiteenlopende Almeerders kennen.

Wat betekent publiekswerking voor jou?

Publiekswerking is eigenlijk niet te kaderen. Het ligt dicht tegen verschillende disciplines aan, zoals marketing, communicatie en educatie. Het gaat vooral om het werken vanuit de inhoud. Door maatschappelijke thema’s te behandelen, probeer ik verschillende groepen bij de voorstellingen te betrekken. Het theater moet van de mensen zijn, daarom zoeken we het publiek op door op niet gangbare plekken te spelen die aansluiten bij het thema van de voorstelling. We spelen altijd op andere locaties dan in het traditionele theater, zoals een voetbalveld voor ‘SCHOPPEN’ of een asielzoekerscentrum bij ‘GEEN I.D’. Onze basis ligt in Almere, maar we spelen ook op andere plekken in Nederland, omdat er daar ook vraag naar de voorstellingen is. Ik laat de voorstellingen graag op verschillende plekken zien, omdat ze over onderwerpen gaan die niet alleen in Almere, maar door heel Nederland van belang zijn.

Mijn eerste publiekswerkingsproject ‘Geen I.D.’ maakte ik met Pieternel Bollmann, over het nieuwe asielzoekerscentrum in Almere. Omwonenden waren boos over de oprichting van het centrum en wilden niet dat dit er zou komen. Ik ging naar het asielzoekerscentrum en luisterde naar de verhalen van de bewoners. Deze verhalen verwerkten we tot een theatrale rondleiding door het asielzoekerscentrum. Een actrice gaf deze rondleiding, zij vertelde wat de verschillende bewoners mee maakten. Na de rondleiding kregen bezoekers de kans om de bewoners te ontmoeten onder het genot van een kopje koffie. Na het bezoek aan ‘Geen I.D.’ stond het publiek veel opener tegenover de asielzoekers en ik ontving veel positieve reacties.

Bereik je dan met een dergelijk project niet toch de mensen die al opener tegenover dit thema en het AZC staan?

Wij zijn bewust op zoek gegaan naar de niet standaard theaterbezoekers. We hebben flyers en bewonersbrieven in de buurt verspreid. Daarnaast zijn we gesprekken aangegaan met boze buurtbewoners en hebben juist deze mensen uitgenodigd. Zo bereikten wij het publiek wat wij met dit project wilden bereiken.

Zie jij een samenhang tussen marketing en publiekswerking?

Marketing en publiekswerking hebben een link, omdat ze beide het publiek laten zien wat de voorstelling inhoudt. Bij marketing moet je dicht bij de inhoud blijven en je uitingen laten voeden door het artistieke onderdeel. Ik denk daarom dat je ze niet los moet zien. Volgens mij zijn we toe aan een volgende stap waarbij iedereen vanuit de inhoud samenwerkt en zich verhoudt tot het publiek.

Wat inspireert jou voor een onderwerp voor een voorstelling?

Ik bedenk ze zelf, of ik haal inspiratie uit kranten, televisie en gesprekken met mensen. Het is belangrijk om te luisteren naar wat er gebeurt in de samenleving. Soms reiken mensen mij thema’s aan of willen samenwerkingen aangaan. Deze samenwerkingen zijn tof, maar het kan ook lastig zijn. Ik wil namelijk zelf inhoudelijk de hand houden, door vrij te zijn in wat ik ga maken. Publiekswerking is niet te kaderen, dus ook niet door opdrachtgevers.

Ik wil een brede groep bereiken, dus ik probeer onderwerpen te vinden waarin mensen zich in kunnen leven. De onderwerpen van de publiekswerkingsprojecten zijn vaak specifiek, maar er zit altijd een groter thema aan gekoppeld. Ik ga volgend seizoen een voorstelling maken over scheiden, daar zit het thema schuldgevoel aan. Schuldgevoelens komen ook in andere vormen voor, zo spreekt het een groter publiek aan en is het ook interessant voor het theaterpubliek. Ik wil dat het voor iedereen interessant is en niemand passeren.

Hoe benader je verschillende doelgroepen?

Elke doelgroep vraagt om een andere manier van communiceren. Ik begin wel altijd op dezelfde manier: door de doelgroep op te zoeken en face-to-face met ze te praten. Het is belangrijk om een groep, bijvoorbeeld asielzoekers, eerst goed te leren kennen. Zij moeten mij vertrouwen en het gevoel hebben dat ze hun verhaal aan mij toe kunnen vertrouwen. Ik moet secuur met de verhalen omgaan en zorgen dat deze representatief blijven. Het draait om wederzijds vertrouwen en respect.

Ik onderneem vaak een gezamenlijke activiteit om het vertrouwen te stimuleren, we gaan bijvoorbeeld een wandeling maken. Ook gaan de acteurs van de voorstelling mee naar de groepen waar ik mee werk, zodat de acteurs de verhalen uit de eerste hand horen. Het vraagt om een groot empathisch vermogen om dit werk goed te doen.

Je betrekt de doelgroep in grote mate bij de voorbereiding van een voorstelling. Zet je deze mensen in als ambassadeurs voor de voorstellingen?

Het is wel de bedoeling deze mensen in te zetten als ambassadeurs. Dit gebeurt ook snel, want deze mensen vertellen vaak aan hun eigen achterban waar ze mee bezig zijn en nemen hen vervolgens mee naar de voorstelling. Door deze voorstellingen kunnen zij makkelijk laten zien in welke situatie ze zitten. Bijvoorbeeld bij de voorstelling over schuldsanering was er iemand die moeilijk aan zijn omgeving uit kon leggen hoe hij zich voelde. Daarom nodigde hij zijn vrienden en familie uit, zodat ze het zelf konden zien. We werken met echte thema’s: we maken het niet mooier dan dat het is. Soms is dat niet leuk. We laten de werkelijkheid zien, zodat mensen zich hierin kunnen verplaatsen.

Niets missen?

We sturen iedere twee weken een nieuwsbrief met interviews, praktijkverhalen en de nieuwste vacatures. Schrijf je in, dan krijg jij ‘m ook.

Je probeert voor elk project een nieuwe doelgroep te trekken, hoe verhoudt dat zich tot duurzaamheid in publieksbereik?

Herhaalbezoek stimuleren wij via ons ‘vinden-en-binden’ plan. Het doel is om bezoekers ambassadeurs te maken voor de publiekswerkingvoorstellingen, maar dit gaat alleen niet vanzelf. Bij de première van nieuwe voorstellingen nodigen we de betrokken groepen van oude voorstellingen uit. Herhaalbezoek stimuleren vergt veel investeren en het heeft een lange adem nodig. Er is geen hapklare methode voor. Ik ben nog steeds aan het onderzoeken of dit effectief is en blijft.

Hoe krijg je het financieel voor elkaar op publiekswerkingsprojecten op te zetten als de kaartjes weinig tot niks kosten?

We krijgen voor dit soort projecten aanvullende subsidies. Zo kunnen we meer publiek aan ons gezelschap binden. Naast het dekken van de directe kosten leveren deze projecten ook andere waardevolle zaken op. De publiekswerking voorstellingen zorgen voor veel publiciteit: landelijke media pikken onze projecten vaak op. Het radioprogramma Langs de Lijn van NOS kwam bijvoorbeeld langs bij de voorstelling ‘SCHOPPEN’. Ze voelen dat het iets anders is en willen er graag verslag van doen. De thema’s die we gebruiken zijn vaak actueel, waardoor het relevant is voor de media om onze voorstellingen aandacht te geven. Door deze media-aandacht is onze naamsbekendheid heel erg gegroeid de afgelopen jaren.

Interessant voor anderen?